Met historische fierheid wijzen de stedelingen naar hun bouwkundig erfgoed, naar hun kathedralen, kerken, stadhuizen, hallen van de gilden en talrijke stijlvolle burgershuizen. Het zijn monumentale getuigen zowel van de macht en het vernuft van een elite uit het verleden als van het gezamenlijk werk van generaties van inwoners.

De landelijke dorpen kunnen zich meestal niet beroemen om grote monumenten, maar toch zijn er daar ook, meer bescheiden en minder opvallend, talrijke uitingen van het leven, het geloof en de gemoedsgesteltenissen van de bewoners. Ze hebben elk een eigen gestalte en onze voorouders gaven ze een zinvolle betekenis. Het zijn kleine monumenten die eerbied oproepen.

In Zutendaal zijn we terecht fier op grote en kleine monumenten. Merkwaardig zijn de pastorij met omgeving, de O.L.Vrouwkerk en de kerk van Wiemesmeer. Merkwaardig zijn ook de beelden, de kapellen, de kruisen, de herinneringsstenen en de herdenkingstekens. Vele hiervan staan in een natuur- of kultuurlandschap dat we eveneens een monument moeten noemen.

Uit het voorwoord van burgemeester Jozef Remans voor “Inventaris van de kleine MONUMENTEN te ZUTENDAAL” – 1979 – Clement Put