KLINKERS
a klats (geut)
aa aad (oud)
ê vêts (pluisje)
e Ziettendel (Zutendaal)
ae aerem (arm)
ee reek (riek)
èè rèèk (hark)
è mèsse (huismussen)
i grinse (huilen)
ie kiekke (kijken)
ieh iehs (ijs)
o vors (nok)
ao waoter (water)
ô(*) ônner (onder)
oe oech (u)
oeh sloehg (sloeg)
ü nüd (nood)
uu huus (huis)
TWEEKLANKEN
aj sajs (saus)
aoi of aoj slaoi, slaoj (sla)
aei maei (mei)
aej maej (maai)
êi hêi (heide)
èi hèie (vandaag)
èij hèij (hier)
oei poeier (poeder)
oehj tegoehj (goed)
ui kuil (kuil)
uiw nuiw (nieuw)
uihw nuihw (nu)





(*) wordt ook dikwijls als oe uitgesproken (oenner, zoenner, roend, …)

De doffe e kan (moet) op een aantal plaatsen vervangen worden door een weglatingsteken, voornamelijk op plaatsen waar het schriftbeeld te nauw aansluit bij een Nederlands woord dat een andere betekenis heeft, bv.: ‘n i.p.v. en (‘n klats koffie i.p.v. en klats koffie). Wanneer er (zo goed als) geen verwarring kan ontstaan, moet de e gebruikt worden, bijvoorbeeld in ‘jaeskes’ (jasjes).
In het woord Ziettendel kan verwarring zijn bij de tweede doffe e. Ziettendel mag dus ook als Ziettend’l geschreven worden. Dit is echter niet aan te raden vermits we zo weinig mogelijk gebruik wensen te maken van extra leestekens en accenten. Ziettendel wordt soms ook als Ziettendaol (met de nadruk op daol) geschreven of uitgesproken (vooral door niet-Zutendalenaren). Dit wordt niet als fout gezien, maar de voorkeur gaat uit naar Ziettendel (nadruk op Zie).