Uit ‘Van Zurenbroeck tot Zutendaal’ – Clemens Put
gepubliceerd in maandschrift ‘Limburg’ November 1946 Nr 7 Jrg. XXVI
Niet altijd was de naam van de gemeente: Zutendaal.
Wijzigingen in de schrijfwijze en spelling zijn niet de enige ondergane veranderingen. Een totale naamwisseling greep plaats waarschijnlijk in het eerste kwartaal van de 14de eeuw.
Het jongste document waar we nog de primitieve naam in tegen komen was een akte van 21 augustus 1485 waardoor de Heer van Pietersheim twintig Luikse marken heft op de graaflijke inkomsten van de villa ZUERENBROUK.
Nog enkele schrijfwijzen:
Op 25 September 1292 geeft Arnold aan Hendrik van Pietersheim een rente van twintig Luikse marken, gewaarborgd door zijn jaarlijkse inkomsten op zijn domein van ZURENBROECK in de Kempen.
Pater J. Boon in ‘Maria van het Zoete Dal’ geeft ZURSBRUCH aan, uit een oorkonde van de 13de eeuw. ZUERBROECK alias SOURSBROECK vinden we in de akte uit 1304 waardoor Arnold V het patronaat afstaat over de kerk aan de abt van Averbode. In de akte van 1323 waardoor Adolf Van der Marck , Prins-Bisschop van Luik aankondigt dat Arnold V zijn graafschap Loon aan zijn zoon Lodewijk, Graaf van Chiney, heeft afgestaan en waarin beiden erkennen aan Luik leenplichtig te zijn komt tussen de opgesomde gemeenten SURBROECKE voor.
Verder in 1390 en 1417 lezen we dat Willem, zoon van wijlen Jan, heer van Pietersheim, vijftien Luikse marken heft op de grafelijke inkomsten van de villa ZUERENBROECK. ZUERSBRUCH is de schrijfwijze aangeduid in de benoemingsbrief van de eerste pastoor witheer, Erlebaut van Leuven in 1310.
Hier nog twee akten uit 1310 die een verschillende schrijfwijze aangeven. De aartsdiaken Percevan de Carreto keurt de keuze goed van de benoeming van de voornoemde witheer in opvolging van wijlen Petrus Kelrebergh als pastoor van ZURSBRUCH. Elders staat vermeld dat de pastoor van Asch, Erlebaut van Leuven aanstelt als pastoor van ZUERBRUCH.
Men komt voor het eerst de huidige naam tegen in een brief van Paus Jan XXII, waarin hij de gift bekrachtigt van Graaf Arnold V van heet tpatronaat der kerk van ZUERBROEC/ZUERBROECH alias SUETENDAEL voorheen SOURSBROECK aan de abt van Averbode. Dit was ongeveer tien jaar na de komst der Norbertijnen.
De namen ZURENBROECK en ZUTENDAEL blijven samen in gebruik tot het einde van de 15de eeuw. Van dan af komen we nog alleen de benaming ZUTENDAAL tegen. Volgende schrijfwijzen werd achtereenvolgens gebruikt, SUETENDAEL 1318, ZUETENDAELL 1421, ZUTENDAEL 1460, ZUETENDAEL 1570, ZUTENDAEL 1612,1656;1718, ZUTENDAL 1750, ZUTENDAEL 1818, SUETENDAEL 1860, SUTENDAEL 1876.
Op het einde van de 19de eeuw komt men al eens ZOETENDAEL en SOETENDAEL tegen. Maar vanaf 1912, bij het oprichten van het postkantoor, werd in heet algemeen SUTENDAEL geschreven omdat dit voorkwam op de poststempel. Vanaf de jaren 1860 bemerken we in de bovenvemelde akten, dat zowel in de boeken als alle officiële stukken, ook op de poststempel de S de Z verdrongen heeft.
In juni 1929 verscheen in het staatsblad een lijst van de Vlaamse gemeentenamen, samengesteld door de Vlaamse afdeling van de Koinklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Daar werd de schrijfwijze ZUTENDAAL opgenomen volgens de nieuwe spelling in kwestie gemeentenamen. Het valt op dat de nieuwe schrijfwijze veel overeenkomst vertoont met deze uit de 15de tot 18de eeuw. Deze schrijfwijze kwam eerst voorgoed in zwang in de gemeente en elders vanaf 1938. In april 1938 werd ook de poststempel gewijzigd naar de nieuwe spelling.
In het algemeen kunnen we de menigvuldige schrijfwijzen van ZURENBROECK zowel als van ZUTENDAAL uitleggen door het feit dat er denkelijk geen vaste schrijfwijze was. Ook nog door fouten gemaakt door copiïsten, zoals we kunnen opmaken uit het kerkarchief, gezien dezelfde akte, die verschillende keren werd overgeschreven, een wijziging van de schrijfwijze van de naam ondergingen.
De naamverandering greep plaats onder invloed van de monniken van Averbode die als pastoor fungeerden te Zutendaal van 1310 tot 1831.